Algemene Voorwaarden

Artikel1. Aansprakelijkheid

1. Deelname aan activiteiten van HKA vindt geheel plaats op eigen risico van de deelnemer. HKA kan door de deelnemer derhalve niet aansprakelijk gesteld worden voor schade voortvloeiend uit een ongeval, letsel of anderszins, van welke aard dan ook, ten gevolge van deelname aan de activiteiten. De deelnemer is zich ervan bewust dat bepaalde takken van sport bepaalde risico’s met zich meebrengen. Een eigen WA-verzekering wordt, naast een ziektekostenverzekering, geadviseerd.
2. HKA is niet aansprakelijk voor diefstal of verlies van eigendommen van deelnemers tijdens verenigingsactiviteiten.
3. De deelnemer is aansprakelijk voor de schade die hij of zij door schuld of opzet (waaronder nalatigheid) toebrengt aan eigendommen van HKA, of eigendommen van derden waar HKA tijdens activiteiten gebruik van maakt.

Artikel 2. Deelname

1. Deelname aan trainingen en activiteiten van HKA is mogelijk vanaf 18 jaar.
2. Deelname aan trainingen in de vorm van een proefles is mogelijk zonder lidmaatschap van HKA. Voorafgaande aan deze proefles dient de deelnemer zich aan te melden via het aanmeldformulier.
3. Introducés die met een lid meekomen naar een training dienen zich alsnog aan te melden via het aanmeldformulier, i.v.m. beschikbaarheid van leenmateriaal.
4. Aspirant-leden mogen maximaal 3 proeflessen bijwonen, daarna wordt lidmaatschap van de vereniging verplicht.
5. Personen die lid zijn van een andere vereniging aangesloten bij de Bond, en die beschikken over eigen materiaal, mogen na overleg met een instructeur deelnemen aan een training zonder aanmelding via het aanmeldformulier.
6. Aanwezigheid zonder actieve deelname is gezien beschikbare ruimte beperkt mogelijk. Overleg dit altijd vooraf met een instructeur.

Artikel 3. Lidmaatschap

1. Lidmaatschap van HKA is mogelijk vanaf 18 jaar.
2. Lidmaatschap gaat in op het moment dat HKA een volledig ingevuld inschrijfformulier ontvangt van het aspirant-lid, en wordt aangegaan voor het lopende kalenderjaar.
3. Leden dienen zich elk kalenderjaar -aan het begin van het jaar, voor de jaarvergadering- opnieuw in te schrijven via het (her)inschrijfformulier. Indien een lid zich niet opnieuw inschrijft krijgt deze eenmalig een herinnering, daarna volgt automatisch uitschrijving als lid.
4. Wijzigingen van persoonsgegevens dienen doorgegeven te worden via het (her)inschrijfformulier of per mail naar het bestuur.
5. Opzegging van het lidmaatschap moet per e-mail aan het secretariaat. De opzegtermijn is één maand, gedurende deze opzegtermijn kan het lid nog gebruikmaken van de activiteiten aangeboden door HKA.
6. Voor lidmaatschap van HKA is lidmaatschap bij de H.E.M.A. Bond Nederland verplicht. De aanmelding en betaling van het bondslidmaatschap gaan apart van HKA.

Artikel 4. Contributie

1. De hoogte van de contributie is als volgt:
   1. Vaste maandelijkse contributie € 0,00
   2. Lesgeld per training € 7,50
   3. Lesgeld per training voor ereleden € 0,00
   4. Lesgeld voor de eerste proefles € 0,00
2. Deelnemers krijgen korting op dit lesgeld afhankelijk van hun functie, deze kortingen zijn als volgt:
   1. EHBO-er € 0,00
   2. Assistent-instructeur (niveau 2) € 0,00
   3. Instructeur (niveau 3 of 4) € 7,50
   4. Trainingsleider € 7,50
3. Een deelnemer heeft alleen recht op de in 4.2 genoemde korting indien de deelnemer voor die desbetreffende training ingeroosterd stond voor een functie.
4. Deze kortingen zijn niet cumulatief, indien een deelnemer meerdere functies vervult wordt enkel de hoogste van toepassing zijnde korting verrekend.
5. Deelnemers mogen vrijwillig afzien van deze korting.
6. Het lesgeld is gelijk voor deelnemers ongeacht of zij gebruik maken van leenmateriaal van HKA.
7. Niet-leden dienen het lesgeld direct na afronding van de training te betalen.
8. Voor leden wordt aanwezigheid per training bijgehouden door de trainingsleider, het lesgeld wordt aan het eind van elk kwartaal in rekening gebracht.
9. Bij opzegging van het lidmaatschap wordt het verschuldigde bedrag aan het eind van de opzeggingstermijn in rekening gebracht.
10. Bij een betalingsachterstand van 3 maanden of langer volgt automatische schorsing. Indien het verschuldigde bedrag 3 maanden na de schorsing nog steeds niet is betaald volgt uitschrijving als lid. Herinschrijving is pas weer mogelijk nadat de betalingsachterstand is betaald.

Artikel 5. Studiegroepen

1. HKA maakt gebruik van studiegroepen voor verschillende wapendisciplines.
2. Iedere studiegroep staat onder leiding van een instructeur (niveau 2, 3 of 4).
3. Het oprichten of opheffen van een studiegroep is enkel mogelijk met toestemming van zowel het bestuur als de hoofdinstructeur.
4. Een studiegroep ontstaat op verzoek van een lid met voldoende ervaring in, kennis van, of enthousiasme voor, een wapendiscipline. Dit lid dient:
   1. bij het bestuur aan te geven een nieuwe studiegroep op te willen richten;
   2. aan te tonen dat er voldoende animo onder de leden is voor de nieuwe groep;
   3. bereid te zijn om instructeur te worden voor de nieuwe groep;
   4. De benodigde bronnen te bestuderen en met het bestuur afspraken te maken om deze -of bijbehorende studiematerialen- beschikbaar te stellen.
5. De vereniging beoogt te voorzien in de volgende middelen voor alle studiegroepen:
   1. beschikbaarheid van leenmateriaal tijdens de training;
   2. beschikbaarheid van (kennis van) de bronnen in de vorm van readers of links naar relevante sites op de website, e.d.;
   3. een communicatiekanaal in de vorm van een whatsappgroep.
6. De verdeling van het beschikbare leenmateriaal per groep is de verantwoording van de hoofdinstructeur.
7. Leden kunnen bij een instructeur aangeven dat zij willen aansluiten bij een studiegroep. Zolang er leenmateriaal beschikbaar is, of zolang het lid over eigen materiaal beschikt, is aansluiting altijd mogelijk.
8. Leden kunnen aangesloten zijn bij meerdere studiegroepen. Deelname aan de les van meerdere groepen in dezelfde training is echter niet mogelijk.
9. Leden mogen op elk moment weer uit een studiegroep stappen.
10. Leden die niet aangesloten zijn bij een studiegroep, volgen normaliter de centrale les. Zij kunnen echter op basis van het beschikbare leenmateriaal bij een studiegroep worden ingedeeld. Deze indeling kan per training verschillen.
11. Het is voor deelnemers toegestaan om buiten een studiegroep of de centrale les zelfstandig aan de slag te gaan. Dit is mogelijk na goedkeuring van de trainingsleider.

Artikel 6. Instructeur en andere (trainings)functies

1. HKA hanteert de volgende officiële functies:
   1. trainingsleider,
   2. EHBO-er,
   3. Instructeur.
2. De instructeurs van HKA zijn in drie niveaus verdeeld, te weten:
   1. assistent-instructeur (niveau 2),
   2. instructeur (niveau 3),
   3. hoofdinstructeur (niveau 4).
3. De functies die leden kunnen vullen wordt bijgehouden in de ledenadministratie.
4. Instructeurs worden, na beoordeling afhankelijk van niveau, aangesteld door het bestuur.
5. De taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, en exacte eisen voor aanstelling zijn per functie vastgelegd in het document Functieprofielen.
6. Indien de HEMA-bond eisen invoert of wijzigt voor bepaalde functies, treden deze eisen direct in werking voor iedereen die deze functies nieuw gaat vullen. Leden die deze functie al vullen op het moment dat deze eisen ingaan moeten aan de nieuwe eisen voldoen binnen een periode van één jaar, anders verliezen zij de functie.
7. Bij elke training zijn tenminste een trainingsleider en EHBO-er aanwezig, deze rollen mogen gevuld worden door dezelfde persoon. Dit wordt voor elke training ingeroosterd door de hoofdinstructeur.
8. Bij elke clubactiviteit -niet zijnde een reguliere training- waarbij de sport wordt beoefend zijn tenminste een instructeur (niveau 3 of 4) en een EHBO-er aanwezig, deze rollen mogen gevuld worden door dezelfde persoon.
9. Een deelnemer die voor een functie is ingeroosterd voor een training is verplicht om naar deze training te komen, tenzij deze zelf voor vervanging kan zorgen.
10. De deelnemers die een bepaalde functie uitoefenen worden per training bijgehouden door de trainingsleider.

Reglement Sociale Veiligheid

Wij van HKA streven ernaar dat iedereen altijd met plezier bij ons kan sporten. Dit doen wij door een veilig klimaat te creëren bij al onze clubactiviteiten, zodat men zich altijd welkom voelt, en de historische Europese krijgskunsten kan beoefenen op zijn of haar eigen niveau.

Om deze sociale veiligheid te waarborgen, zijn de volgende gedragscodes opgesteld:

Gedragscode voor bestuursleden: 

• Zorg voor een veilige omgeving. Schep een omgeving en een sfeer, waarin sociale veiligheid gewaarborgd is en ook wordt ervaren.

• Wees dienstbaar. Handel altijd in het belang van de vereni­ging en richt je op het belang van de leden.
• Wees open. Handel zo transparant mogelijk, zodat het eenvoudig is om verantwoording af te leggen en inzicht te geven in je handelen en beweegredenen.
• Wees betrouwbaar. Houd je aan de regels en afspraken, zoals de statuten, reglementen en besluiten van de bond. Gebruik informatie alleen voor het doel van de vereniging. Verklaar dat je vertrouwelijke informatie niet voor eigen gewin of ten gunste van anderen gebruikt.
• Wees zorgvuldig. Handel met respect en stel gelijke behan­deling voorop. Weeg belangen op correcte wijze. Wees zorgvuldig en oprecht bij het vermelden van ervaring en functies. Ga zorgvuldig en correct om met vertrou­welijke informatie. Onderbouw bestuursbesluiten goed, zodat er begrip is voor de gekozen richting.
• Wees een voorbeeld voor anderen. Gedraag je hoffelijk en respectvol, onthoud je van grievende en/ of beledigende opmerkingen.
• Breng de sport niet in diskrediet. Doe geen uitlatingen ten nadele van, en handel niet ten nadele van, de vereniging, de bond, of de historische Europese vechtkunsten in het algemeen.
• Zie toe op duidelijke en eerlijke afspraken. Span je in om regels, normen en afspraken begrijpbaar te maken voor iedereen die zich hieraan dient te houden. Waak ervoor dat regels nooit geschreven worden ten nadele van anderen. Span je in om deze regels en normen actueel te houden, zodat ze in lijn zijn en blijven met het beleid van de vereniging. Wees open voor signalen van leden dat de regels en normen mogelijk aangepast dienen te worden.
• Zie toe op de naleving van regels en normen. Zorg dat iedereen de reglementen, de huisregels en gedragscode kent en naleeft.
• Neem (meldingen en signalen van) onbehoorlijk gedrag en grensoverschrijdend gedrag serieus. Span je in om het onderwerp integriteit bespreekbaar te maken en te houden. Zorg voor een bepaalde mate van alertheid in de vereniging voor onbehoorlijk en/of grensover­schrijdend gedrag. Stimuleer het melden van onge­wenst gedrag. Treed adequaat op tegen het schenden van regels en normen door leden, supporters en anderen.
• Zie toe op integriteit van anderen. Span je in om te werken met integere instructeurs, functionarissen, ondernemers, leveranciers, sponsoren, etc. Zorg ervoor dat de vereniging intern en extern handelt met personen en organisaties die van onbesproken gedrag zijn. Ga na of een functionaris van onbesproken gedrag is (raadpleeg hiervoor de bond), vraag indien nodig een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aan en doe onderzoek in relatie tot de beoogde functie. Doe ook onderzoek naar handelspartners, e.a.
• Voorkom (de schijn van) belangenverstrengeling. Vervul geen nevenfunctie en ga geen financieel belang aan die in strijd is of kan zijn met je functie. Bespreek een eventueel voornemen tot het aangaan van een nevenfunctie of van een financieel belang in een organisatie met ver­antwoordelijken. Doe opgave van financiële belangen in andere organisaties en van nevenfuncties. Geef aan of de nevenfuncties bezoldigd of onbezoldigd zijn. Voorkom bij samenwerkingsvormen en -relaties de schijn van bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentiever­houdingen. Neem geen geschenken of giften aan die bestemd zijn om een persoonlijk voordeel te geven. Geef geen geschenken uit hoofde van de functie en biedt geen diensten aan en doe ook geen beloften om iets te doen of na te laten zonder overleg met de rest van het bestuur. Meld geschenken en giften die uit hoofde van de functie zijn ontvangen of gegeven aan de rest van het bestuur.

Gedragscode voor instructeurs:

• Zorg voor een veilige omgeving. Schep een omgeving en sfeer waarin sociale veiligheid gewaarborgd is en ook zo wordt ervaren.

• Zorg voor bewustzijn. Zorg dat je op de hoogte bent van de regels en richtlijnen en pas ze ook toe. Stel ook je sporters in staat om er meer over te weten te komen.
• Zorg voor naleving van regels en normen. Zorg dat iedereen, inclusief jezelf, de reglementen, huisregels en gedragscode naleeft.
• Wees een voorbeeld voor anderen. Gedraag je hoffelijk en respectvol, onthoud je van grievende en/ of beledigende opmerkingen.
• Breng de sport niet in diskrediet. Doe geen uitlatingen ten nadele van, en handel niet ten nadele van, de vereniging, de bond, of de historische Europese vechtkunsten in het algemeen.
• Wees je bewust van machtsongelijkheid en (soms ook) afhankelijkheid, en misbruik je positie niet. Gebruik je positie niet om op onredelijke of ongepaste wijze macht uit te oefenen. Onthoud je van elke vorm van (machts)misbruik, emotioneel misbruik, (fysiek) grensoverschrij­dend gedrag, waaronder seksueel getinte opmerkingen, aanrakingen en/of seksueel misbruik. Geen enkele sek­suele handeling, contact en/of relatie met minderjarigen is geoorloofd. Je hebt een meldplicht over seksuele intimidatie en misbruik.
• Wees open en alert op waarschuwingssignalen. Wees waak­zaam en alert op signalen en aarzel niet om die door te geven aan het bestuur of de vertrouwenspersoon (van HKA en/of de HEMA-bond) en/of contact op te nemen met het Centrum Veilige Sport Nederland.
• Wees zorgvuldig en oprecht bij het vermelden van ervaring en functies. Vermeld alle relevante feiten bij je aanstel­ling als instructeur. Je kunt bovendien een verklaring omtrent gedrag VOG overleggen.
• Respecteer het privéleven van de sporter. Dring niet verder binnen in het privéleven van sporters dan noodzakelijk. Ga met respect om met de sporter en met de ruimtes waarin de sporters zich bevinden, zoals kleedkamers, douches of hotelkamers.
• Neem geen gunsten, geschenken, diensten of vergoe­dingen aan om iets te doen of na te laten dat in strijd is met de integriteit van de sport. Krijg je iets aangeboden om iets te doen of na te laten, meld dit dan aan het bestuur en/of de vertrouwenspersoon.

Gedragscode voor leden en deelnemers:

• Wees open. Als je wordt gevraagd om iets te doen dat tegen je eigen gevoel, normen en waarden ingaat: meld dit, bijvoorbeeld bij het bestuur, een instructeur of vertrouwenspersoon. Voor vragen en meldin­gen kun je ook terecht bij het Centrum Veilige Sport Nederland. Ook wanneer je wordt gevraagd om vals te spelen, meld dit.

• Respecteer anderen. Heb respect voor iedereen. Voor de tegenstander, de scheids­rechter, de jury, je trainers, de toeschouwers en ieder ander. Let op je taalgebruik en hoe je je aan anderen presen­teert. Geef iedereen het gevoel dat hij of zij zich vrij kan bewegen.
• Respecteer afspraken. Kom op tijd, meld je (tijdig) af, luister naar instructies en houd je aan de regels.
• Respecteer je omgeving. Maak niets stuk, respecteer ieders eigendommen. Laat de kleedkamer netjes achter. Ruim de materialen op. Gooi afval in de afvalbakken.
• Respecteer de regels. Lees de reglementen, de huisregels, deze gedragscode en alle andere afspraken, en houd je daar ook aan.
• Blijf van anderen af. Raak (buiten de normale sportbe­oefening) niemand tegen zijn of haar wil aan.
• Tast niemand aan in zijn of haar waarde. Onthoud je van discriminerende, kleinerende of intimiderende opmerkingen en gedrag. Sluit niemand buiten en wees tolerant.
• Discrimineer niet. Maak geen onderscheid naar godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd of andere kenmerken.
• Wees eerlijk en sportief. Speel niet vals, gebruik geen verbaal of fysiek geweld, gebruik geen doping. Doe niet mee aan het fixen van een wedstrijd, competitie, record of sportmoment. Wed niet op eigen wedstrijden.
• Vecht op de mat of in de ring, maar niet daarbuiten. Gebruik wat je bij een vechtsport hebt geleerd alleen ter verdediging.
• Meld overtredingen van deze gedragscode. Meld overtredingen van deze code bij het bestuur en/of de vertrouwenspersoon van de vereniging of de HEMA-bond. Voor vragen en meldingen kun je ook terecht bij het Centrum Veilige Sport Nederland. 
• Wees een voorbeeld voor anderen. Gedraag je hoffelijk en respectvol, onthoud je van grievende en/ of beledigende opmerkingen.
• Breng de sport niet in diskrediet. Doe geen uitlatingen ten nadele van, en handel niet ten nadele van, de vereniging, de bond, of de historische Europese vechtkunsten in het algemeen.

Tuchtreglement

Artikel 1 Algemene bepalingen

1. De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op:
   1. de leden van de vereniging;
   2. personen die zich aan de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging hebben onderworpen;
   3. personen die binnen de vereniging als instructeur of functionaris werkzaamheden verrichten of als vrijwilliger taken vervullen.
2. Waar in dit reglement wordt gesproken van “leden”, worden de in lid 1 sub b en c genoemde personen hieronder mede verstaan.
3. Onder vertrouwenspersoon wordt verstaan een lid van de vereniging die door het bestuur wordt aangesteld als een eerste vertrouwelijk aanspreekpunt voor zaken die betrekking hebben op ongewenst gedrag.
4. Waar in dit reglement wordt gesproken van “de vertrouwenspersoon”, worden alle huidige door het bestuur aangestelde vertrouwenspersonen hieronder mede verstaan.
5. Waar in dit reglement wordt gesproken van schriftelijke mededeling, is mededeling langs elektronische weg ook toegestaan.
6. Een ieder die betrokken is bij de afhandeling van een klacht- of tuchtprocedure is verplicht tot geheimhouding ten aanzien van alles wat hen met betrekking tot deze procedure ter kennis wordt gebracht. Deze geheimhouding geldt niet ten opzichte van het bestuur, of voor zover enig wettelijk voorschrift bekendmaking verplicht stelt.

Artikel 2 Samenstelling tuchtcommissie

1. De tuchtcommissie bestaat uit ten minste drie leden, van tenminste 18 jaar.
2. De leden van de tuchtcommissie worden opgeroepen door het bestuur, voor de behandeling van een specifieke klacht of tuchtzaak. Hierbij neemt het bestuur in acht dat deze leden:
   1. in geen zin direct of indirect betrokken zijn bij de tuchtzaak die zij moeten behandelen,
   2. geen lid zijn van een tuchtcommissie die op dat moment een andere tuchtzaak aan het behandelen is,
   3. willekeurig worden gekozen uit het ledenbestand.
3. Personen die worden opgeroepen mogen deze oproep afwijzen.
4. De leden van de tuchtcommissie behoeven geen lid te zijn van de vereniging.
5. De leden van de tuchtcommissie kiezen onder een van hen een voorzitter.
6. Indien door aftreden van een lid de tuchtcommissie uit minder dan drie leden bestaat, wordt door het bestuur een nieuw lid opgeroepen op dezelfde wijze als in art. 2.2
7. Bij ontstentenis van de voorzitter wordt door de overgebleven leden een nieuwe voorzitter gekozen.
8. De leden van de tuchtcommissie blijven lid tot de desbetreffende tuchtzaak is afgehandeld en de beroepsperiode is verlopen.
9. Indien het niet mogelijk is om een tuchtcommissie van tenminste drie leden bijeen te roepen, wordt de klacht voorgelegd aan de tuchtcommissie van de Bond.

Artikel 3 Onverenigbaarheid

1. Een lid van de tuchtcommissie, een bestuurslid of de vertrouwenspersoon mag niet aan de behandeling van een klacht of tuchtzaak deelnemen indien het lid persoonlijk, of uit hoofde van een functie of activiteit, bij die klacht of zaak op enigerlei wijze betrokken is (geweest).
2. Indien een lid van de tuchtcommissie of de vertrouwenspersoon direct of indirect blijkt te zijn betrokken bij een klacht of tuchtzaak, dan wordt deze vervangen in zijn of haar functie.
3. In het geval dat de vertrouwenspersoon vermoedt dat een klacht of tuchtzaak niet onpartijdig kan worden behandeld, wordt de klacht voorgelegd aan de tuchtcommissie van de Bond.

Artikel 4 Klachtprocedure ongewenst gedrag

1. Ieder lid dat meent te maken te hebben (gehad) met ongewenst gedrag heeft de mogelijkheid een klacht in te dienen bij een vertrouwenspersoon of bij (een van de leden van) het bestuur.
2. Het indienen van een klacht geschiedt schriftelijk, langs elektronische weg of mondeling. In het laatste geval verwoord de vertrouwenspersoon of het bestuurslid de klacht op papier, waarna de klager de vastlegging ondertekent. Het op anonieme basis indienen van klachten is niet mogelijk.
3. Een klacht dient ten minste te bevatten:
   1. de omschrijving van het als ongewenst ervaren gedrag;
   2. de naam en adres van de klager;
   3. de naam of namen van de beklaagde(n);
   4. de naam of namen van eventuele getuigen;
   5. de concrete omstandigheden waarbij het ongewenste gedrag is opgetreden (tijd en plaats).

Verder mag een klacht alle andere gegevens en inlichtingen bevatten die door de klager als relevant worden gezien.

4. Elke ingediende klacht wordt voorgelegd aan de vertrouwenspersoon.
5. De vertrouwenspersoon heeft tot taak aan hem of haar voorgelegde klachten te beoordelen op ontvankelijkheid en het bestuur ter zake schriftelijk te adviseren.
6. Een klacht die niet voldoet aan de vereisten gesteld in lid 3 wordt niet in behandeling genomen. De klager wordt in gelegenheid gesteld om alsnog de ontbrekende gegevens aan te vullen.
7. De vertrouwenspersoon informeert de klager over het in behandeling nemen van de klacht. Dit gebeurt schriftelijk. Daarin staat de datum van ontvangst van de klacht vermeld.
8. De vertrouwenspersoon beoordeelt binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen van de klacht of een klacht ontvankelijk is, te weten of een klacht valt onder ongewenst gedrag zoals geformuleerd in het reglement ongewenst gedrag van de Bond.
9. Indien de vertrouwenspersoon van mening is dat een klacht niet ontvankelijk is, bericht hij of zij dit schriftelijk en gemotiveerd aan de klager.

10. Indien de vertrouwenspersoon van mening is dat een klacht wel ontvankelijk is, bericht hij of zij dit schriftelijk en gemotiveerd aan de klager. Daarnaast geeft de vertrouwenspersoon het bestuur een aanbeveling om een tuchtprocedure aanhangig te maken tegen de beklaagde.

Artikel 5 Aanhangig maken tuchtprocedure

1. Een tuchtprocedure op grond van vermeend handelen in strijd met de statuten en/of reglementen van de vereniging en/of de Bond kan door het bestuur tegen een lid aanhangig gemaakt worden bij de tuchtcommissie indien:
   1. een lid door een instructeur is weggestuurd bij een training;
   2. tegen een lid een klacht is ingediend bij het bestuur of een vertrouwenspersoon;
   3. een lid wangedrag vertoont tijdens trainingen of andere activiteiten georganiseerd door de vereniging;
   4. het bestuur redenen heeft aan te nemen dat het lid in strijd heeft gehandeld met de wet, de statuten en/of reglementen van de vereniging en/of de Bond, of met de algemene normen van moraal en fatsoen.
2. Indien er in de onder lid 1 genoemde situaties sprake is van een ernstige misdraging, dient de vereniging dit te melden aan de Bond. Onder ernstige misdraging wordt in ieder geval verstaan misdragingen in de vorm van discriminatie, agressie, of seksuele intimidatie.
3. Een tuchtprocedure dient door het bestuur schriftelijk aanhangig te worden gemaakt bij de tuchtcommissie. Het schriftelijk stuk omvat tenminste:
   1. de naam, voorletter(s) en geboortedatum van het lid tegen wie een tuchtzaak aanhangig wordt gemaakt;
   2. een omschrijving van het gewraakte handelen/nalaten met opgave van datum en plaats;
   3. de naam of namen van de klager(s), indien van toepassing;
   4. de naam of namen van eventuele getuige(n);
   5. andere van belang zijnde gegevens en inlichtingen.
4. In het geval dat de tuchtprocedure is ontstaan uit een klacht, dient de tuchtcommissie zich te vergewissen van de identiteit van de klager(s), om er zeker van te zijn dat een klacht ook daadwerkelijk van de betreffende klager(s) afkomstig is.
5. Degene tegen wie de tuchtprocedure aanhangig is gemaakt, krijgt een afschrift van het in lid 3 genoemde stuk. In dit afschrift mogen persoonlijke gegevens van de klager(s) en getuige(n) geanonimiseerd worden om hen te beschermen.

Artikel 6 Wijze van behandeling door tuchtcommissie

1. De tuchtcommissie regelt de wijze van behandeling van de zaak zelf en stelt het bestuur en degene(n) tegen wie de tuchtprocedure aanhangig is gemaakt binnen enkele dagen na ontvangst van het in artikel 5 lid 3 genoemde stuk schriftelijk op de hoogte van de wijze waarop de behandeling van de zaak zal plaatsvinden.
2. De tuchtcommissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting.
3. De tuchtcommissie behandelt de zaak zo veel mogelijk met al haar leden.

De tuchtcommissie is evenwel bevoegd een zaak met minimaal twee leden te behandelen.

4. De tuchtcommissie is bevoegd een zaak schriftelijk af te doen.
5. Een betrokken lid kan de tuchtcommissie verzoeken de zaak mondeling te behandelen.

Tenzij de tuchtcommissie van oordeel is dat er hierdoor een onaanvaardbare vertraging van de behandeling zou ontstaan, wordt dat verzoek toegewezen.

6. De zittingen van de tuchtcommissie zijn in beginsel niet openbaar.

Artikel 7 Inwinnen van informatie door de tuchtcommissie

1. De tuchtcommissie is bevoegd tot inwinnen van informatie die voor een verantwoorde uitoefening van haar taak noodzakelijk is.
2. De tuchtcommissie is bevoegd leden en niet-leden te horen en/of te raadplegen.
3. Leden zijn verplicht de tuchtcommissie alle inlichtingen te verstrekken en hun medewerking te verlenen aan de werkzaamheden van de tuchtcommissie.
4. Van het horen van een persoon door de tuchtcommissie wordt een verslag opgesteld, waarbij de gehoorde persoon wordt verzocht om het verslag voor akkoord te ondertekenen. Indien die persoon daartoe niet bereid is, wordt daarvan door de tuchtcommissie melding gemaakt in het verslag.
5. Minderjarige personen zijn toegestaan zich te laten vergezellen door hun ouders/verzorgers.
6. De tuchtcommissie maakt na afronding van het onderzoek een schriftelijk verslag van de resultaten van dit onderzoek en dient dit verslag in bij de vertrouwenspersoon voor archivering. Dit verslag is niet openbaar, maar ligt wel ter inzage voor klager en beklaagde. De tuchtcommissie doet schriftelijk mededeling van het ter inzage liggen van dit verslag aan klager en beklaagde, binnen een termijn van drie weken na de afronding van het onderzoek.

Artikel 8 Sepot

1. De tuchtcommissie is bevoegd een aanhangig gemaakte zaak te seponeren, indien naar het oordeel van de tuchtcommissie het tijdsverloop tussen het gewraakte handelen en het aanhangig maken van de zaak, mede gezien de aard van de zaak, te groot is, of om andere naar haar oordeel gewichtige redenen.
2. De tuchtcommissie kan een aanhangig gemaakte zaak niet-ontvankelijk verklaren, indien er geen sprake is van een van een in artikel 5 lid 1 genoemde situatie.

Artikel 9 Beraadslaging en uitspraak

1. De beraadslaging over de zaak geschiedt terstond na sluiting van de behandeling.
2. De beraadslaging vindt niet in het openbaar plaats.
3. De tuchtcommissie baseert haar uitspraak op de stukken en verklaringen die op de zaak betrekking hebben en waarvan het betreffende lid kennis heeft genomen of kennis heeft kunnen nemen.
4. Indien de tuchtcommissie van oordeel is dat de betrokkene geen straf dient te worden opgelegd, spreekt zij de betrokkene vrij.
5. De tuchtcommissie komt binnen uiterlijk vier weken na sluiting van de behandeling tot een uitspraak. Indien de tuchtcommissie niet in staat is binnen deze termijn tot een uitspraak te komen, doet zij daarvan gemotiveerd mededeling aan het bestuur en aan degene tegen wie de tuchtprocedure aanhangig is gemaakt, onder vermelding van de termijn waarbinnen zij haar oordeel dan zal uitbrengen.

Artikel 10 Straffen

1. De tuchtcommissie is bevoegd de zaak zonder advies van strafoplegging af te doen.
2. De tuchtcommissie kan het bestuur adviseren om aan een lid de volgende straffen op te leggen:
   1. berisping;
   2. een geldboete (uitsluitend ter compensatie van materiële schade geleden door opzettelijk doen of laten van het lid);
   3. een deelnameverbod voor een of meer trainingen of andere verenigingsactiviteiten, al dan niet voorwaardelijk;
   4. ontzegging van de toegang tot de trainingslocatie en/of elektronische communicatiekanalen van de vereniging, al dan niet voorwaardelijk en/of voor een bepaalde periode;
   5. schorsing uit een bepaalde functie van de vereniging, al dan niet voorwaardelijk en/of voor een bepaalde periode;
   6. een alternatieve straf naar inzicht van de tuchtcommissie ter (gedeeltelijke) vervanging van de opgelegde geldboete en/of het deelnameverbod. Indien de alternatieve straf door toedoen van het betreffende lid niet ten uitvoer wordt gebracht, worden alsnog de (volledige) straffen als onder a t/m d van kracht;
   7. een combinatie van straffen als beschreven onder a t/m e;
   8. Algemene schorsing voor een (on)bepaalde periode.
   9. Ontzetting uit het lidmaatschap.
3. De tuchtcommissie is bevoegd -zodra een zaak te harer kennis is gebracht en in afwachting van de behandeling daarvan- met onmiddellijke ingang een advies van strafoplegging te geven, indien daartoe naar het oordeel van de tuchtcommissie gezien de ernst van de zaak aanleiding bestaat.
4. Wanneer het bestuur een advies van strafoplegging ontvangt, neemt ze in beginsel het advies over. Het bestuur is desalniettemin vrij om voorwaarden of de eventuele duur van de strafperiode te bepalen.
5. Een opgelegde straf wordt van kracht zodra het bestuur een uitspraak doet en deze aan het betreffende lid heeft gecommuniceerd.

Artikel 11 Kennisgeving uitspraak

1. Het bestuur brengt haar uitspraak zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van het betreffende lid, alsmede -indien van toepassing- van het slachtoffer en/of benadeelde.
2. De tuchtcommissie kan besluiten dat de uitspraak gepubliceerd wordt op de website van de vereniging. Het bestuur is verplicht deze uitspraak te publiceren.

Artikel 12 Beroep

1. Het lid kan in beroep tegen de uitspraak bij het bestuur binnen tien werkdagen na dagtekening van de uitspraak;
2. Beroep schort de tenuitvoerlegging van de straf op, tenzij de tuchtcommissie tot onmiddellijke tenuitvoerlegging besluit.
3. Het bestuur beoordeelt het beroep binnen tien werkdagen nadat het is aangetekend. Het bestuur beoordeelt in het beroep uitsluitend of de tuchtcommissie in redelijkheid tot de betwiste uitspraak heeft kunnen komen.

4. De uitspraak van het bestuur kan uitsluitend zijn:
   1. vernietiging van de uitspraak van de tuchtcommissie.

De tuchtcommissie zal alsdan, met inachtneming van de uitspraak van het bestuur, de zaak opnieuw beoordelen;

2. bekrachtiging van de uitspraak van de tuchtcommissie.

5. Het bestuur kan beslissen het beroep schriftelijk af te doen.
6. Het bestuur is bevoegd een beroepscommissie in te stellen, die het bestuur adviseert bij een beroep op een uitspraak. Het bestuur neemt in beginsel het advies over.
7. Het lid kan in beroep tegen de uitspraak van het bestuur bij het bestuur van de Bond.

Artikel 13 Tenuitvoerlegging straffen

1. de controle op en de feitelijke tenuitvoerlegging van opgelegde straffen berusten volledig bij het bestuur.
2. Een opgelegde straf wordt van kracht en staat onherroepelijk vast, indien daartegen binnen de beroepstermijn geen beroep is ingesteld; een opgelegde straf wordt ook van kracht en staat onherroepelijk vast, indien na de gevolgde beroepsprocedure geen beroep meer openstaat.

Artikel 14 Verslaglegging klachten en tuchtzaken

1. De vertrouwenspersoon houdt een archief bij van alle ingediende klachten, de door de tuchtcommissie geproduceerde verslagen en schriftelijke adviezen, en de uitspraken van het bestuur. De gegevens uit dit archief zijn niet voor derden toegankelijk.
2. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bestuur een verslag uit in geanonimiseerde zin over aantal en aard van klachten, aantal niet ontvankelijk, ongegrond en gegrond geachte klachten, adviezen van tuchtcommissies, uitspraken van het bestuur, en de doorlooptijd van de adviezen en tuchtzaken.